zondag 10 september 2017

Dag 15: Flying home

En dan zit het er na twee weken ineens op. Moeten we alle spullen weer in de koffer stampen, de vuile was en de nieuwe souvenirs. Net als vertrekken voelt dat toch altijd een beetje raar. Zeker nu we net gewend waren geraakt aan 'wonen in Calgary'. Want wat heeft onze gastvrouw ons geweldig ontvangen en verwend. Zo leuk om alle verhalen te horen over het leven hier. Dat is zo'n andere invalshoek dan degene die je als toerist meekrijgt.

Vanmorgen hebben we nog een korte tour downtown gedaan. Zonder de kantoordrukte van de werkdag was rustig op zaterdagochtend, maar leuk om even rond te kijken. Het zicht was wel iets beter na de dichte rook van de laatste dagen maar de bergen kregen we niet te zien op het uitzichtdeck van Calgary Tower. Wel kregen we een aardig overzicht van het centrum en dan vooral Stephen Avenue, een autovrije straat met veel winkeltjes en horeca. Deze zijn gevestigd in oude panden van banken en bedrijven waarmee het hier ooit begonnen is. Op het Olympic Plaza waren ze iets met muziek aan het opbouwen, maar het was mij niet duidelijk waartoe het moest leiden. Een leuke wandeling tussen de eerste herfstkleuren.

Na een kop soep en thee namen we afscheid van Trudy onze perfecte Calgary host! Die heeft tijd gemaakt voor ons tussen alle drukke bezigheden met kinderen, kleinkinderen en vriendinnen in.

Over de ringweg (Stoney Trail) rijden we onze laatste kilometer in de Mitsubishi RVR die we na iets meer dan 2000 kilometer in de garage mogen achterlaten. Incheck en Security gaan lekker vlot op dit mooi en niet al te drukke vliegveld, zodat we nog even wat tijd over hebben voor we 8 uur opgevouwen mogen gaan zitten in een KLM-stoel. Dat het en gloednieuwe Boeing 787-9 Dreamliner is verzachtte het leed dat vliegen heet enigzins. Toch iets stiller toestel en fraaie grote beeldschermen. En snel, want een uur voor de geplande 8.05 uur stonden we al aan de gate op Schiphol. De koffers lieten wat lang op zich wachten, maar dat maakte achteraf niet uit. We hadden in Leiden de eerste bus en net iets na 9 uur duizelden we ons huis in.

We kunnen terugkijken op 15 prachtige dagen in een fascinerend land. Hebben veel gezien en gedaan met grote variatie in natuur en cultuur. Van het wereldse Vancouver naar het chique Whistler naar de armoedige indianenreservaten in slechts een paar dagen. De majestueuze nationale parken en een zeer gezellig slot bij familie in Calgary. Gelukkig hebben we veel foto's, filmpjes en dit verslag om daar allemaal later nog eens op terug te kijken.

vrijdag 8 september 2017

Dag 14: Drumheller

We hebben prima geslapen in ons hotel in Calgary waar ook nog eens een smakelijk ontbijt werd geserveerd door de gastvrouw. Helaas was de lucht er alleen maar minder helder op geworden. We hoorden op het nieuws dat het zuidelijk gelegen Waterton nu ook geëvacueerd werd vanwege de branden.

Bijna iedere die in Calgary aankomt rijdt zo snel mogelijk naar de bergen in het westen, maar ook ten (noord)oosten van de stad is wel iets bijzonders te zien. De omgeving van Drumheller is bekend om zijn 'Badlands', dinosaurussen en fossielen. Maar het is een flink eind rijden erheen, zeker omdat we op de snelweg richting Edmonton de juiste afslag misten. Toen we een aantal afslagen verderop oostwaarts begonnen te rijden werd het wel een beetje een puzzeltocht compleet met gravel roads. Zodra je de snelweg verlaat ben je ook gelijk in de outback van Alberta. Eindeloze (glooiende) akkers waar vooral graan geoogst werd, hier en daar een groep silo's bijeen (vergelijkbaar met de brievenbussen maar dan bedoeld voor de omgekeerde route) en soms een boerderij tussen wat bomen. Geen dorpjes, geen winkels, geen koffietenten, geen bezinepompen, gewoon 100 kilometer 'niks' tot we uiteindelijk bij Drumheller weer iets van bewoonde wereld troffen.

Drumheller is hier het middelpunt van alles wat met dinosaurussen te maken heeft en dat zul je weten ook. Elke winkel, elk bord en elke lantaarnpaal is wel opgesierd met zo'n prehistorisch dier. De grootste vind je bij het bezoekerscentrum, 27 meter hoog! Bij een klein winkeltje in oude spullen vonden we een verrassende goede cappuccino. De uitbaatster vond de bestelling van drie klanten al wel verwarrend, ze is niet zo veel gewend in deze uithoek denk ik.

Het dino-museum lieten we voor wat het was, want we wilden vooral de bijzondere natuur zien. Het kleine riviertje had in het zachte gesteente de afgelopen duizenden jaren flink huisgehouden en dat levert een grillig decor dat ze badlands noemen. Een mix van zand en steen die woestijnachtig oogt en van zijn eigen weinig vruchtbaar is. 16 kilometer ten zuidoosten van Drumheller lag eigenlijk het mooiste stukje badlands, namelijk de hoodoos. In het Nederlands vertaalt zich dat als aardpiramide. Dat ziet er uit als een zandachtige piramide met erop een (hardere) steen. Het is maar een klein parkje, maar je kunt er vrij rondlopen en de zandstenen heuvels beklimmen. Een bijzonder verschijnsel. De rook was iets minder prominent, de temperatuur liep weer op tot 30 graden. We 'tankten' bij Esso en Tim Hortons voor onze terugtocht.

Terug hadden we een wat directere route door de eindeloze graanvelden waarbij we het beeld kregen van boer Riks (van Boer zoekt vrouw) die in Sasketchawan (een provincie naar het oosten) nog een heel stuk afgelegener woont dan hier. Vanaf Drumheller zou het nog bijna 600 kilometer naar zijn boerderij zijn. Je moet er maar tegen kunnen zo afgelegen te wonen, maar het is fascinerend om te zien. Bij Calgary treffen we de vrijdagavondspits. Best druk, maar het rijdt toch allemaal wel door, zeker over de nieuwe rondweg. Zodra er een paar nieuwe wijken bijgebouwd worden, wordt het wegennet ook weer fors uitgebreid. Hoewel je in Calgary ook wel een soort tram, bussen en fietsen ziet, ben je hier zonder auto eigenlijk nergens.

Ter afsluiting van onze twee heerlijke weken in Canada nam Trudy ons mee voor diner bij Earls. Een gezellig restaurant met de nodige hippe gasten en dito bediening. Aan alles kun je wel zien dat Caglary een welvarende stad is. De meeste mensen hebben hier een (goede) baan. De ribs smaakten uitstekend.

Helaas zit het er bijna op voor ons. We pakken onze koffers in en morgenmiddag vliegen we terug naar huis. Plan is om in de ochtend nog even wat rond te kijken in downtown Calgary.

donderdag 7 september 2017

Dag 13: Calgary

Onze hele reis was natuurlijk een grote omweg naar Calgary. Niet waar natuurlijk, maar de aanleiding van de trip ligt daar wel. De zus Trudy van (wijlen) mijn tante woont er en toen die vorig jaar zei dat ik zeker een keer langs moest komen bij haar, werd in feite de basis gelegd voor deze reis.

Hoewel we lang geslapen hadden werd ik wakker met een hoofd en keel van schuurpapier. We hadden de laatste dagen toch geprobeerd de airco's tot een minimum te beperken, maar wellicht zijn de temperatuurwisselingen toch een beetje veel geweest. In een drukke koffiezaak in Main Street hadden we ons ontbijt. Leuke sfeer tussen toeristen en locals. Helaas was de lucht nog niet opgeklaard dus tussen silhouetten van bergen reden we oostwaarts de snelweg op. Het landschap was hier ook erg dor. Hier en daar wat vee en veel gemaaide gras rollen, klaar voor de winter.

Na een uur zagen we de eerste buitenwijken van Calgary en spoedig daarna de springschans van Olympic Park, een mooi symbool van de Spelen van 1988. De route naar Trudy was vrij eenvoudig, rechts, rechts, rechts en nogmaals rechts. We vonden vrij snel het huis in een mooie nieuwe wijk. De huizen in zo'n wijk passen bij elkaar, maar zijn toch geen twee hetzelfde naast elkaar. Praktisch puntje is dat de brievenbussen centraal staan bij ingang van de wijk. We werden bijzonder gastvrij ontvangen en leerden in een dag heel veel over het leven in Canada in het algemeen en in Calgary in het bijzonder. Ook hier is Donald Trump het gesprek van de dag. Hoewel de naam hetzelfde begint is premier Trudeau de tegenpool van de Donald.

Om de hoek kregen we een blik op downtown Calgary, maar door de rook waren de kenmerkende hoge gebouwen 10 kilometer verderop nauwelijks te onderscheiden. Na de lunch bezochten we twee aspecten van het Canadese leven. Ten eerste een serieuze mall (Chinook) waar fraaie winkels te vinden waren, vooral kleding en schoenen. Terwijl de eerste vestiging in Den Haag net geopend is, slaagde ik bij Hudson's Bay voor een echt Canadese trui. Wel handig zo'n eigen personal assistant op het gebied van kleding.

Als je het in Calgary over sport hebt, dan gaat het om ijshockey, ijshockey en ijshockey. Of hockey eigenlijk, want dat je dat op ijs speelt is hier een compleet redundante toevoeging. Onder aan het Olympisch park staat sinds een paar jaar Winsport, een groot trainingscentrum voor allerlei wintersporten. Naast grote krachtruimten en een bobslee/rodel/skeleton startbaan (op ijs) zijn er maar liefst 4 ijshockeybanen. Op de ene was een serieuze interland Zuid-Korea tegen Canada voor paralympische ijshockeyers bezig. Het ging er hard aan toe en na twee perioden stond het 1-1. Ernaast waren jonge kunstrijdsters aan het trainen. Trudy's kinderen en kleinkinderen zijn in allerlei vormen actief in deze sport. Vooral een kind die voor zijn leeftijd op hoog niveau betekent veel reizen en veel investeren voor de ouders. Binnenkort starten de competities weer en dat betekent dat er op allerlei niveau's nu getest wordt wie in welk team mag spelen. Bijzonder om allemaal te horen.


Naast met naald en draad is Trudy ook erg kundig in de keuken en daar kregen we een heerlijk voorbeeld van voorgeschoteld. Leuk om na bijna twee weken restaurants weer eens 'thuis' te eten. Terwijl de thermometer bijna 30 graden aanwees hield een aardig windje het prettig en zo konden we op het balkon genieten van de laatste dagen van ons verblijf hier. Over een week wordt er regen en 8 graden voorspeld. De skyline zag er bij avondlicht al beter uit, hopelijk morgen een heldere dag.

woensdag 6 september 2017

Dag 12: Banff National Park

"We hebben nog een half uur", verwoordde een Nederlandse toerist vanmorgen de bus-stress bij Johnston Canyon. Gelukkig hebben wij die zorgen niet op onze reis. Sterker nog, vandaag hadden we helemaal geen haast op onze laatste dag in Banff National Park.

Johnston Canyon
Helaas zette de luchtvervuilende trend van gisteren door. Het stonk absoluut niet, maar een dikke laag rook hangt als een deken over het gebied. De bergen om ons heen zijn nog slechts silhouetten. Geen dag voor vergezichten dus, maar voordeel van Johnston Canyon was dat alle moois juist heel dichtbij was. Het deel tot de Lower Falls is zelfs voor rollators nog begaanbaar gemaakt. Een geasfalteerd pad en een boardwalk dwars door de canyon zorgen ervoor dat hele volksstammen het moois van dichtbij kunnen komen bekijken. En dat deden ze ook. Wij waren blijkbaar nog net op tijd, want na ons stonden ze zelfs in de rij bij de mooiste fotopunten. We liepen tot Upper Falls, iets van 2,5 km enkele reis.

Deze canyon ligt aan de Bow Valley Parkway, een parallelweg van de snelweg en daardoor prima geschikt voor toeristen zonder haast zoals wij. Op onze laatste parkdag hoopten we nog wat groot wild op of langs de weg te scoren, maar helaas ... ook vandaag geen prijs wat dat betreft. Ok, een natuurpark is geen dierentuin en als je reeen wilt zien kun je beter thuis de duinen in tegenwoordig, maar als die waarschuwingen voor elks en beren werden wel een beetje tragikomisch. Maar we zullen het succes van onze reis zeker niet afmeten aan het gebrek aan beren, daarvoor was er veel te veel ander moois te zien.

In de middag bezochten we Banff, het middelpunt van toerisme in het gelijknamige park. In feite een aaneenschakeling van hotels, restaurant, gift shops en ... gift shops. Leuk om even rond te kijken en te lunchen. Fraaie tuinen bij Park Headquarters trokken uiteraard Aziaten voor hun fotoshoots. Jammer voor hen dat ze de bergen op de achtergrond er deze keer bij moet denken. Het was na een koele start inmiddels wel drukkend warm geworden met 32 graden. 

Gelukkig bracht Bow Falls enige verkoeling. Deze wat langgerekte waterval net buiten het centrum van Banff was wel vermakelijk. Zittend op een muurtje zagen we de toeristenbussen laden en lossen. De Chinezen kregen een kwartier voor foto's met en bij de waterval en toen weer hup de bus in. Verderop werden twee rafts in gereedheid gebracht voor de volgende klanten. Er kwam een groepje paarden langsgesjokt, een grote stofwolk achterlatend. Die liepen voor 74 dollar een rondje rond Banff Springs Hotel, het superdeluxe 'kasteel' dat hoog boven het bos uitrijst.

Van Banff was het nog 17 kilometer naar Canmore, de eerste plaats buiten het park. Dat verschil merk je wel aan de huizen en winkels die in een park toch altijd wat georganiseerder lijken dan erbuiten. We vonden vlot ons motel waar we gelukkig een koele kamer toegewezen kregen.

Lang niet zo toeristisch als Banff, maar het centrum van Canmore - waar ons hotel ook ligt - is best gezellig op deze warme avond. We dineren prima op een druk terras. Morgenochtend rijden we naar Calgary.

dinsdag 5 september 2017

Dag 11: Lake Louise



Vreemd genoeg niet heel erg vast geslapen vannacht. Kan niet komen door warmte of herrie van buiten, want het is hier heerlijk koel en rustig. Wel is het hotel een tikje gedateerd. Je betaalt de dubbele prijs vooral voor de locatie en die is natuurlijk perfect. Na het ontbijtbuffet reden we naar het bekende meertje, in de veronderstelling dat je om 9 uur nog wel makkelijk een parkeerplek zou kunnen vinden. Nou, we vonden hem wel, maar het was al een drukte van belang op en rond het meer dat in de Rockies zo'n beetje de status van bedevaartsoord heeft. Nu is het wel zo dat de ochtendzon absoluut het fraaist is voor foto's en dat weten die Aziaten blijkbaar ook. De eerste kanoërs maakten al hun rondje a 95 dollar voor een half uur.

Wij kozen voor de wandeling naar de Plain of the Six Glaciers. Dat is feite een wandeling naar de bron van het Lake Louise. Vanaf het chateau lijkt het alsof de gletsjers tegen het einde van het meer aangeplakt zijn, maar in werkelijkheid zitten daar nog kilometers tussen. En over dat terrein voerde deze bijzonder gevarieerde route. Na twee kilometer vlak langs het meer werden we op een vlonder over de modderige vlakte geleid waardoor allerlei stroompjes richting het meer voerden. Dat ging over in kleine watervallen waarlangs wij omhoog klommen. Eerst door bos, toen door struikgebieden en vervolgens over enorme steenhopen. We dachten nog even dat het wel meeviel het aantal collega-wandelaars, maar velen hadden een andere aanloop gekozen en die voegden zich later bij onze route.

Pica (Fluithaas)
Complete volksstammen, alle landen vertegenwoordigd, liepen met meer of minder moeite omhoog. De fraaie uitzichten waren voor velen een prima excuus om even op adem te komen, al moet ik zeggen dat de stijging wel meeviel. Steilere stukken werden afgewisseld met vlakkere passages. Na zo'n 6 kilometer bereikten we het 'Theehuis', een herberg op een fraaie plaats waar het ook al een drukte van belang was. Zoals een praatgrage Amerikaan ons in de klim verzekerde is het Teahouse volgens de Canadezen alleen voor de toeristen. Dat zijn wij ook en dat kwam mooi uit. We vonden nog een tafeltje en koffie/thee en appelcake. Knap hoe ze op deze afgelegen plek nog een druk restaurant kunnen runnen. Vanwege de 'fire ban' werden we verzocht ons afbreekbare afval zelf mee omlaag te nemen.

Er ging nog een pad naar een viewpoint iets verder richting het ijs, maar zoals zo vaak met meren en gletsjers geldt dat dichtbij niet altijd mooier is. Bovendien warmde het snel op en was deze etappe wel mooi genoeg voor vandaag. We hadden het bij het meer en de gletsjer prima getroffen met het zonlicht, want later op de dag kwam er lichte bewolking en draaide de zon ook minder gunstig voor de foto's.

Mountain  Goats
Onderweg ook 'nieuwe' wildsoorten gescoord. Afgezien van de eekhoorns die in alle soorten en maten om ons heen draven (de brutaalste klom zelfs op mijn tas en camera!) zagen we een pica (Nederlands: fluithaas) rennen met een tak. Die bereidt zich alvast voor op de winter die over enkele weken zich zomaar aan kan dienen. En we zagen op een richel boven ons twee berggeiten, fraaie witte beesten die mooi afstaken tegen de blauwe lucht. Al met al een prachtige wandeling waarbij je in 6 kilometer van de 'gekte' van bij het chateau naar woeste kalen wereld van de gletsjers loopt.

De wandeling en de zon zorgden ervoor dat we de tank beneden weer moesten bijvullen en dat deden we bij de Deli (24 uur open) van het fraaie Chateau Lake Louise. Het is ooit aangelegd om - toen de spoorweg van oost naar west klaar was - toeristen te trekken naar de bergen. Overnachten hier kost zo'n 500 euro maar dan heb je wel een majestueus complex tot je beschikking. Wij kozen voor een heerlijk pittige soep en koude drank om de energie weer aan te vullen.

Als je denkt dat het een gedoe is om met de auto bij Lake Louise te komen, dan heb je Moraine Lake nog niet gezien. Aan het eind van de 12 km lange weg is zodanig beperkt parkeergelegenheid dat alleen voor 8 uur 's morgens en na 6 uur 's avonds er kans is om te kunnen parkeren. Wij kozen er dan ook voor om na het diner die kant op te gaan. Ten eerste omdat dit ook een beroemd meer is dat op vele publicaties te zien is, waaronder de foto die boven mijn bed prijkt. Het was al aardig schemerig maar het blauw van het water was onmiskenbaar. Hier liep ook nog een pica met blaadjes te sjouwen. Ondertussen gaat het op CNN vooral over Irma.

Moraine Lake



maandag 4 september 2017

Dag 10: Icefields Parkway

Ik lig op het grote bed in Mountaineer Lodge, Lake Louise de belevenissen van vandaag te tikken. Dit was me wel weer een dag. Kort samengevat: het mooiste weer en de mooiste route. Nu de iets langere versie op notabene Labor Day. Een beetje gezochte aanleiding om een lang weekend te vieren in Noord-Amerika, maar aangezien men hier niet heel veel vakantiedagen heeft, is een extra lang eerste weekend van september wel zo welkom.

De dag begon in Jasper in dichte mist en erg koud. Met een temperatuur net boven nul reden we de Icefields Parkway op. Dat is de weg van Jasper naar Lake Louise, een van de mooiste routes op aarde. Het is maar 220 kilometer maar we hadden er de hele dag voor nodig. En dan hebben nog best wel wat mooie punten overgeslagen. De mist trok snel op, maar bleef boven het water nog even hardnekkig hangen. Dat gaf bij de Athabasca waterval een spookachtig beeld. Sunwapta Falls lag niet meer in de mist.

En toen kwamen de gletsjers. Ik weet niet hoeveel in totaal, maar vanaf de weg zijn de meesten prachtig te zien, zeker nu het vandaag ansichtkaartenweer was geworden. Van de bekendste, de Athabasca gletsjer is een beetje een attractie gemaakt. Toeristen worden uit hun eigen bus overgezet in een Tourbus. Die rijdt naar de rand van het ijsveld en daar stapt men over in de gletsjerbus die je op de ijsvlakte brengt. En dan mag je een stukje door de sneeuw lopen. Dit voor slechts 90 dollar. Maar goed, als je zelf niet in staat bent een berg op te klimmen of je nog nooit ijs in het echt gezien hebt is het wel een leuke trip.


Wij kozen voor een wandeltocht een paar kilometer verderop die op internet aanbevolen werd: Parkers Ridge. Na 2,5 km klimmen kom je op een uitzichtpunt op de Sasketchawan gletsjer. Nou zijn ze erg goed in alles en nog wat aanduiden, maar wij vonden het daarboven een tikkie verwarrend. Een geel bordje rechtdoor en omlaag maar ook een pad rechts en omhoog en op beide paden liepen wandelaars. Wij kozen voor rechts. Daardoor misten we uiteindelijk Parkers Ridge punt, maar ... we vonden wel ons eerste grote wild in de vorm van een kudde mouflons. We moesten er een eind voor boven de boomgrens klauteren, maar daar stonden een stuk of 12 bergschapen voor ons.

Wonderlijk tafereel bij The Crossing, een kleine nederzetting (benzinepomp, motel, shop en restaurant) bij de enige afslag op onze route vandaag: een toerist die in het restaurant vraagt hoe hij in British Columbia komt. Of hij hier nu links of rechts af moet. Ze laten hier ook iedereen in een auto rijden.

Volgende stop was Peyto Lake. Er zijn een aantal kenmerkende bergmeren in de Canadese Rockies en daarvan is dit er zeker een. Bekend om zijn felle groen-blauwe kleur en de vorm die doet denken aan een wolfskop. Op het normale fotopunt wemelde het weer van de (druk brabbelende) Aziaten, maar wij vonden een veel rustiger en mooier punt iets verder- en hogerop. Zo indrukwekkend meer met de zon precies goed voor de foto. Maar helaas we moesten nog een stukje verder.

Tegen zes uur melden we ons bij het Mountaineer Lodge waar we alweer vlot voorzien worden van onze kamersleutel. Een prachtige dag die ook wat fotomateriaal voor de kalender van 2019 heeft opgeleverd. Die van 2018 zagen we immers vandaag al in de shops liggen.

Na ons avondmaal zijn we nog even wezen kijken bij het beroemdste Lake van de Rockies. Het was er gezellig rustig met wat hotelgasten van het Chateau en een paar wandelaars (en Japanse fotografen). Paar foto's gemaakt van de net opkomende maan boven het imposante kasteel-hotel en nog even binnen gekeken in het bijzonder luxe gebouw.

Chateau bij Lake Louise

zondag 3 september 2017

Dag 9: Jasper National Park

Alpine Manor B&B
En alweer een prachtig afwisselende dag in het Jasper National Park gehad ondanks dat het weer niet optimaal was. Zoals voorspeld zou het de hele dag een beetje op en af zijn met wolken, opklaringen en wat regen. Onze timing was daarbij best goed te noemen. Voor het ontbijt in ons eigen 'huis' liepen we naar het bezoekerscentrum om een permit te bemachtigen voor Mount Edith Cavell. Vanwege werkzaamheden daarboven wordt er slechts een beperkt aantal auto's elke dag toegelaten. Omdat er opklaringen aan het einde van de dag voorspeld werden vroegen wij om een permit voor 16.00 uur.

First Lake
Op het ochtendprogramma stond een wandeling naar de Valley of the Five Lakes. Prima te lopen bergpaadjes die rond drie fraaie bergmeertjes voerden met zicht op meer 1 en 5. Hoewel het een best populaire wandeling was ook af en toe volkomen stilte over de gladde waterspiegel, slechts verstoord door een ijverige libelle. De Athabasca Falls waren indrukwekkend maar zullen wellicht morgen met zon nog fraaier kleuren. Door de regen van vannacht was het water grijsbruin van kleur en de lucht begon dicht te trekken. Tijd voor de meegebrachte lunch, in de auto deze keer.

We hadden nog wat tijd tot Edith Cavell en vulden die met een wandeling door Jasper. Souvenirs tot je een ons weegt en we hebben onze bagage weer met een paar ons aangevuld. Na een koffie/theestop zagen we een soort muzikale 'first nations' workshop in de hal van de ... brandweer. Zeker in een goede bui daar vanwege de neerslag. Ondertussen tuften de goederentreinen heen en weer over het spooremplacement. Qua personentreinen is het schema vrij overzichtelijk. Als we het goed begrepen gaat er dagelijks één trein de ene en één trein de andere kant op. De eindbestemming wisselt per dag. De trein van vandaag was een paar uur vertraagd in ieder geval. Als je achter zo'n sjokkende goederentrein zit kan het ook wel even duren.


Tegen vier uur meldden wij ons met onze vergunning bij de weg die naar Mount Edith Cavell leidde. Dat was 14 kilometer over een voor Canadese begrippen doodenge weg. Voor Europese begrippen een niet al te brede bergweg met wat haarspeldbochten. De imposante berg van bijna 3400 meter doemde als een steile wand voor ons op, de top nog altijd in wolken gehuld. Vanaf het parkeerterrein was het nog een kleine kilometer wandelen naar een indrukwekkend uitzichtpunt. Boven op de steile wand lag eeuwig ijs waaruit kleine stroompjes als watervallen loodrecht in het meer doken waar ook kleine ijsbergjes dreven. We begrepen dat in 2012 er een major incident was geweest waarbij grote stukken ijs en berg in een klap het landschap hadden veranderd. Aan de rand van het ijsmeer voelde je de enormheid van de berg nog meer, maar ook de kou die van het ijs af kwam.


De zon had zich weer volop gemeld in Jasper toen we iets na zes uur ons meldden bij onze B&B. De eigenaars hebben we gisteren maar heel kort gezien. Zij zijn erg druk met hun zoon die MS-patient is en die in erg slechte toestand in het ziekenhuis ligt. Vorige week hadden ze nog gasten verplaatst naar andere locaties, maar het ging nu ietsje beter zodat wij wel gewoon konden komen. Wij boften dus, maar wel heel triest voor deze aardige mensen.

In een gezellig family restaurant op de hoek van onze straat een prima maaltijd genuttigd. Daarna nog een mooie wandeling door het 'woongedeelte' van Jasper gemaakt. Fraaie huizen in allerlei stijlen, waarvan er veel zoals het onze deels verhuurd worden. Erg weinig 'vacancy' in dit lange weekend zo te zien. Je zult hier maar wonen, zo midden in de overweldigende natuur ver van welke ander dorp of stad ook. Al met al hebben we weer 15 kilometer gelopen vandaag. Enige wat aan onze Jasper beleving nog ontbreekt is 'wildlife'. Ondanks eindeloos veel waarschuwingen voor weet ik wat allemaal hebben we nog niet groter dan een eekhoorn aan ons voorbij zien trekken. Op de stoep  liggen de uitwerpselen van elks, maar we zien ze nergens. Hopelijk morgen meer succes als we over de wereldberoemde Icefields Parkway naar Lake Louise rijden.